Meestal ben ik niet heel geintrigeerd door gamehoesjes. Niet omdat het natuurlijk uiteindelijk om die game gaat die erin zit, maar omdat je meestal het artwork al op internet voorbij hebt zien komen. Toch heeft een gamehoesje me te pakken gekregen, namelijk die van Luigi’s Mansion 2.Hij kijkt je aan met ietwat waterige oogjes. Luigi heeft het ‘bordje’ waarop staat Nintendo 3DS angstig in zijn handen. Hij komt echt naar je toe, uit de platte wereld die je normaal kunt aanschouwen op een gamehoesje. Hij kijkt heel zielig, alsof hij staat te bibberen van angst. En dan die ogen, die kijken je aan met een blik van: “Haal me hieruit, alsjeblieft!”Je ziet het heel af en toe in een serie of film, dat iemand in de televisie wordt gezogen en dan vanuit het beeldscherm op het ‘raam’ tikt met de mededeling: “Help, help, ik ben gekrompen en digitaal geworden!” Zo is het ook een beetje met Luigi in Luigi’s Mansion. Alleen was hij natuurlijk altijd al digitaal. Gekrompen is hij niet zozeer qua lengte, want hij is altijd de langere broer van Mario geweest, maar je merkt gewoon dat hij altijd een beetje de tweede man is die overal achteraan sjokt, alsof zijn ziel een beetje is gekrompen.Toch heeft Luigi in principe geen enkele reden om zich slecht te voelen. Oke, hij krijgt in zijn nieuwe game weliswaar te stellen met enge spoken, maar verder mag hij er trots op zijn dat hij nu een game helemaal voor zichzelf heeft. En al had hij geen game voor zichzelf; er zijn honderdduizenden mensen die altijd een voorkeur zullen blijven houden voor die groene tuinbroekdrager met de L op zijn pet.Ik ben daar een van. Niet in de eerste plaats omdat ik Laura heet, wat natuurlijk ook met een L begint, maar ook omdat hij me altijd herrinnerd aan die fijne tijd dat ik nog player 2 was. Dat ik met mijn broer op de Nes of de Snes Mario-games speelde en ik altijd vanzelf al de tweede speler was, omdat het zijn apparaten waren en hij dus nummer 1 mocht zijn. In tegenstelling tot veel andere gamers had ik er nooit problemen mee om de tweede man te zijn. Sterker nog, in Mario 2 was het veel slimmer om met de bijzonder springende Luigi te spelen dan met de bolle en saaie Mario.Maar goed, nu heeft hij dan zijn eigen game en staat hij zo zielig op de voorkant, dat je die game wel moet kopen. Je wil gewoon die arme loodgieter uit zijn lijden verlossen. Het toffe is dat als je langer naar het hoesje kijkt, je ook in relief spookjes erin ziet staan. Het is een klein detail en misschien zelfs iets te onopvallend om het vermelden waard te zijn, maar ik vind het leuk. Het grappige van dit alles is dat ik deze ode aan (het hoesje van) Luigi schrijf, terwijl ik nog geen seconde heb gespeeld. Vandaar dat ik mooi een eind brei aan mijn column, want mijn handen branden om Luigi in (of uit?) zijn Mansion te helpen.

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *

*

This site uses Akismet to reduce spam. Learn how your comment data is processed.